4
4-dreamstimesmall_26057542-kopie

De ontwikkeling van BSM-deJong® therapie 

BSM staat voor Brein Stimulerende Methode (https://www.brainstimulatingmethod.nl/). De grondlegster van de therapie is mevrouw de Jong. Zij heeft haar gedachtengoed en methodiek overgedragen aan nieuwe generaties therapeuten, waaronder ontwikkelingsbiologen, neurowetenschappers en mensen uit zorg en onderwijs. Er is bovendien een opleidingsinstituut (http://www.ibsm.nl/) ontstaan. De therapie is dus volop in ontwikkeling en beweging.

Het enthousiasme van de therapeuten wordt gevoed door het ongekende succes van hun behandelingen. Er is niets mooiers dan kinderen te helpen beter opgewassen te zijn tegen de moeilijke dingen van het leven, zodat ze beter in staat zijn te genieten van het leven en een fijn, passend en geschikt plekje te vinden in de maatschappij. Lees meer over BSM-deJong® therapie en mevrouw de Jong op de site van de beroepsvereniging (http://www.bsmdejongtherapeuten.com).

BSM en vrijeschool
In de vrijeschool is een antroposofisch mensbeeld leidend. Het biedt de leerkrachten de mogelijkheid om inzicht in het kind te krijgen. Vanuit dit inzicht wordt het kind opgevoed en onderwezen. Niet elk kind rijpt even snel. Elk individu heeft zijn/haar unieke ontwikkelingspad en daar past het onderwijsaanbod zich op aan.

BSM-deJong® therapie is onafhankelijk van antroposofische denkbeelden ontwikkeld, maar er zit veel overeenkomst in ons beider visie. Een overeenkomst is: het onderkennen van het belang en de invloed van bewegen en andere prikkels op de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling.

Het volgend citaat uit de visie van de vrijeschool (www.vrijeschoolutrecht.nl) illustreert dit:

In de kleutertijd en eigenlijk in de gehele periode van 0 tot 6 à 7 jaar staat de lichamelijke ontwikkeling van het kind centraal; de groei en de motoriek. Door veel te spelen en te bewegen, door een regelmatige dagindeling, door liedjes en een opgewekte sfeer wordt het kind ‘baas in eigen lichaam’ … Op de vrijeschool spreekt de leerstof hoofd, hart en handen aan. Wat het kind weet, is minder belangrijk dan hoe het kind denkt. Elk kind heeft de aanleg om origineel, creatief en probleemoplossend te denken.
Het is aan de leerkracht dat vermogen te behoeden en te verzorgen.

Het is aan de BSM-therapeut om hier – indien nodig – bij te ondersteunen.

Is de methode ‘alternatief’?

Overheden en zorgverzekeraars geven deze therapie een alternatief stempel. Echter: complementair, neurowetenschappelijk en holistisch zijn beter gepaste predicaten.
Lees meer

124-Neuronknoop-1-300x144